Om milieurisico’s te verminderen, gelden er sinds juli 2021 strengere kwaliteitsnormen voor het toepassen van bodemas in bijvoorbeeld grond-, weg- en waterbouw. Het doel van de nieuwe wet- en regelgeving is dat bedrijven gestimuleerd worden om de bodemas op te werken naar een verbeterde, vrij toepasbare kwaliteit. Dat effect blijft uit, constateert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT ziet juist dat er een verschuiving is ontstaan in de afzetmarkt voor bodemas.
Risico’s voor milieu
De opwerkers van bodemas zoeken dus naar andere en nieuwe afzetmarkten, in plaats van dat zij extra inspanningen verrichten om de kwaliteit van bodemas te verbeteren. ILT waarschuwt daarbij voor risico’s op milieuvervuiling omdat de verontreinigingen in deze bouwstoffen, met veel gevaarlijke stoffen, vrij kunnen komen na functieverlies in deze nieuwe afzetmarkt en ook omdat er onvoldoende zicht is op waar ze precies worden toegepast.
Nieuwe afzetmarkten
De bodemas wordt nu, sinds de nieuwe normen van 2021, vaker verwerkt in immobilisaten; dat zijn mengsels van een of meerdere (afval)stoffen met toevoeging van een bindmiddel. Of de bodemas wordt als vulmiddel toegevoegd in de betonindustrie, zoals vloeren, bakstenen, betonblokken, prefab betonderdelen.
Opwerken
Bodemas is een restproduct dat ontstaat bij het verbranden van huishoudelijk afval en bedrijfsafvalstoffen in een afvalenergiecentrale (AEC). AEC’s en opwerkbedrijven halen waardevolle stoffen uit deze bodemas, dat heet opwerken. De waardevolle stoffen uit de as worden elders gerecycled. Bodemas wordt onder meer gebruikt als fundering van wegen, ophoging bij geluids- en zichtwallen en in steun- en afdeklagen bij stortplaatsen.
Meer verhalen
PFAS-verbod ziet levenslicht
ILT publiceert meerjarenplan en wat betekent dat voor de ADR Veiligheidsadviseur
Chemische logistiek moet door tijdens de Corona (COVID-19) crisis